HET GROTE VERTIJDEN


Sono passati molti anni, pieni di guerra, e di quello che si usa chiamare la Storia. Het Grote Vertijden - voor mij beschreven door Carlo Levi aan het begin van zijn boek Cristo si è fermato a Eboli zonder in zijn leven ooit van het grote vertijden gehoord te hebben. ... [C]hiuso in una stanza, e in un mondo chiuso, mi è grato riandare con la memoria a quell´altro mondo, serrato nel dolore e negli usi, negato alla Storia e allo Stato. Carlo Levi schreef het met mededogen op, over en voor de mensen van Aliano. [Dove] Christo non è mai arrivato, né è arrivato il tempo, né le speranza, né il legame tra le cause e gli effetti ... *)

Maar moet je begaan zijn met het lot van hen, die door hen die de geschiedenis bestuderen niet herkend noch erkend worden? Lucky guys zou ik zeggen. Wie Der Butt van Günter Grass gelezen heeft weet dat je als mens in je handjes mag knijpen als de geschiedenis tijdens jouw leven niet langs komt.

Voor mij zijn er maar drie tijden. De Vorjenseitszeit, de Nachjenseitszeit en vandaag. En er is maar één tijd van belang: die van vandaag. Daarin moet geleefd worden. En gedaan worden!(Oooh, wat is er nog veel te doen. Deze site bijv. Alsmaar onderweg. Het denkwijsje moet nog denkwijze worden. Er moeten nog teksten in het Engels vertaald worden. Mein Deutscher Freund is unglücklich dat er nog geen woord Duits is geschreven.)

Als ik geboren word (of moet ik zeggen toen ik geboren ben) lijkt het grote vertijden te beginnen. Maar laat U niet beetnemen: het verleden is al vertijd. Voor ik hier op dit ondermaanse was verkeerde ik in de nox aeterna en straks zal ik daar met al mijn ervaringen weer met open armen ontvangen worden; en U verging hetzelfde en zal hetzelfde vergaan - wij kennen alleen de ure niet - zodat de conclusie gerechtvaardigd is dat er ginds (das Vorjenseits) en ginds (das Nachjenseits) sprake is van een grote veelzijdigheid. Dat mag niet plat genoemd worden. Die Vorjenseitswelt zal blijven bestaan zolang er nog geboren moet worden, zoals die Nachjenseitswelt zal blijven bestaan zolang er hier nog doodgegaan wordt.
En vergis U ten tweede male niet. Of er aan het geboren worden ontsnapt kan worden weet ik niet - ik denk het niet - maar harder dan de dood zul je nooit lopen. Zoals de Italianen zeggen: scappa quanto vuo´, ca la morte t´aspetta.
(Intrigerende vraag om je mee te vermaken. Zouden ze in de Vorjenseitszeit zeggen: eile mit weile, want het leven staat U op te wachten?

Het verleden is al vertijd.
Nooit zal ik weten of Willem van Oranje echt als laatste woorden gezegd heeft: mon Dieu mon Dieu, ayez pitié de moi et de ce pauvre peuple. Geloven doe ik het niet, maar daar koop je geen brood voor. En, ver voordat ik mijn laatste adem uit zal blazen, tenminste als ik niet door de bliksem getroffen word terwijl ik mijn zaad in het zand stort, of met dementie geslagen word omdat ik teveel zaad gestort heb, waar dan ook, ver dus voordat mijn laatste uurtje slaat zal ik zeker weten: er zal veel toekomst zijn waar ik nooit weet van zal hebben.
Als ik geboren word zijn er al mensen die ik zal leren kennen als ik mij van mijzelf bewust word en die mij verhaaltjes gaan vertellen. En tegen de tijd dat ik dood ga zullen er mensen zijn die bij mijn kist verhaaltjes over mij zullen vertellen - en daar kun je meer onzeker over zijn dan over de hel!

Nox aeterna. Heel veel donker, een beetje licht, en weer heel veel donker. En gedurende dat beetje licht tastend in het schemerduister jezelf gedragen als een gelovige: zeker denken te zijn van dingen die je niet kunt weten en dingen die je nooit gezien hebt bewezen achten.
Iemand zei
Maar we hebben nu toch de Verlichting, Leonardo.
Verlichting, riep ik, een bak met duisternis en daarin wat dwaallichtjes zal je bedoelen. En ik riep er achteraan
Sodemieter op ... jullie met je onderbelichting.
´t Is niet netjes, maar het lucht wel op. En het lichtte ook op! Ik had weer wat beter zicht op onze inzichten gekregen, en hij kreeg inzicht in waar hij allemaal geen zicht op had.
Zijn ze nou wel of niet op de maan geweest?

Nox aeterna.
Terwijl de zon een redelijke eeuwigheid zijn licht laat schijnen over dat wat zich niet van haar afkeert. De zon, die alles ziet en alles in een onbarmhartig licht bloot legt.
Is dat zo?
Zij die dingen willen doen die het daglicht niet verdragen doen dat als de zon even niet kijkt. Wat zeg ik, er zijn er die dingen op klaarlichte dag doen, ook als het daglicht het niet kan verdragen.

Onze Franse vriend François-Marie Arouet, ook wel bekend als Voltaire, heeft reeds gewezen op het gevaar van de nacht onder het lemma FIN DU MONDE in zijn dictionnaire philosophique toen hij Vergile aanhaalde ...
Impiaque aeternam timuerunt saecula noctem
... en vertaalde ...
L´univers étonné, que la terreur poursuit,
Tremble de retomber dans l´éternelle nuit.

Ik ben niet van het Frans, dus of dit mooi gezegd is kan ik niet beoordelen. Het klinkt wel mooi.
... zoals ene Adam Clarke, de bijbel becommentariërend - Mattheus 24 waarin Jezus een toespeling maakt op het grote gebeuren van enkele hoofdstukken verder, waar Bach eeuwen daarna een veel prachtiger toelichting op zou componeren - waarbij hij (Adam Clarke) in zijn toelichting bij Jezus´ woorden diezelfde Virgil aanhaalde, verwijzende naar the tribulations of those days ...
Impiaque aeternam timuerunt saecula noctem
... waarna de vertaling van Dryden volgt, zo mooi dat ik U het hele vers niet wil onthouden ...
The sun reveals the secrets of the sky
And who dares give the source of light the lie?
The change of empires often he declares,
Fierce tumults, hidden treasons, open wars
He first the fate of Caesar did foretell,
And pitied Rome, when Rome in Caesar fell:
In iron clouds concealed the public light,
And impious mortals found eternal night


Oooooh, het grote duister van de Vorjenseitszeit: oooh, de pijn van het weten dat er mensen zijn, dat je mensen kent die in jouw Vorjenseitszeit geleefd hebben.
En het dichte duister van de Nachjenseitszeit: oooh, die kwellende onzekerheid dat er mensen uit jouw heden nog doorgaan als voor jou het duister opnieuw een aanvang neemt.
En die grote, brandende vraag: is het waar, dat van die ewige Wiederkehr? Zal het licht nog een keer aangaan? En nog een keer?

Nox aeterna: eternal dark space, full of endless mystic curves, entwined in an emptiness of assymptotes!

En dan heeft het bovenstaande nog geen tipje van de sluier opgelicht die over het grote vertijden ligt. Er is ... ik heb nu alleen nog maar even de sluier opzij getrokken, waarachter het ware gezicht van hoe ik om denk te moeten gaan met het grote vertijden verborgen gaat.

Het denkwijsje wil nog maar geen denkwijze worden!

*) Veel jaren zijn voorbijgegaan, vol van oorlog, en van dat wat men gewoonlijk geschiedenis noemt. Afgezonderd in een kamer, in mijn eigen wereld, ga ik in dankbare herinnering terug naar die andere wereld, opgesloten in haar lijden en in haar gebruiken, aan wie een plaats in de Geschiedenis en onder hen hen die geschiedenis maken is ontzegd. Waar Christus niet is langs gekomen, waar de tijd niet is geweest, noch de hoop, noch het verband tussen oorzaak en gevolg ...