conversations on ethics

Introduction

Conversations on Ethics is een bundel met een aantal interviews van Alex Voorhoeve met elf denkers die op dit gebied hun sporen verdiend zouden hebben.
In de hier langs komende pages worden deze interviews besproken.

Eén van de eerste zinnen van de introduction to Conversations on Ethics luidt: I do not believe it would be liberating to conclude that we have an important reason to be moral. Het staat er nogal voorzichtig.
Hij had het ook minder complex kunnen zeggen: “I do believe that it is not liberating …“.
Hij had het ook heel positief kunnen zeggen: “To conclude that we have an important reason to be moral is in no way keeping us (far) away from an autonomous way of living.”

Morality en ethics gaan bij Voorhoeve (in dit geval) hand in hand.

Zou hij er niet zeker van zijn na zijn gesprekken met eleven outstanding philosophers bij het zoeken naar antwoorden op zulke vragen als What reason do we have to do what is right and avoid what is wrong? of Are moral judgements objective?

The case of dr. Roozrokh wordt van stal gehaald. Een dokter die om een patiënt te redden m.b.v. een orgaantransplantatie (en ook daadwerkelijk gered heeft) een andere patiënt iets te vroeg doodverklaarde. Een zaak waarvan je volgens Voorhoeve spontaan zult zeggen: dat mag niet – maar na enige reflectie de haken en ogen zult zien, en de knopen niet meer kunt ontwarren.

En dan komt de schrijver, de filosoof Alex Voorhoeve, met drie morele kwesties die hem een raadsel zijn, en waarmee hij alle gesprekken ingaat.

Hoe komen we tot morele oordelen?

Als iemand anders een ander oordeel heeft, en we vinden moraal iets hoogstaands, hoe gaan we dan met die ander door één deur?

Waarom zou een dierbare van de door Roozrokh geredde patiënt luisteren naar zijn morele inborst en zeggen: dokter, dit mag U niet doen?

In de komende elf “gesprekken met een vriend” zult U n.a.v. die interviews de gedachten daarover van elf gerenommeerde denkers, door mijn ogen bezien, leren kennen. Verder zult U van mij wellicht gaan begrijpen dat ik, zachtjes gezegd, niet zo in ethische / morele drivers geloof.

Voorhoeve begint met een scene uit de Phaedrus van Plato, waarin Socrates Phaedrus tot de conclusie brengt dat een geschreven tekst zich tot de dialoog verhoudt als een portret tot een levend persoon, en dat het voor een goed begrip dus beter is in gesprek te zijn met mensen dan hun geschreven statements te lezen. Voorhoeve betwijfelt dat – reageren op een geschreven tekst geeft tijd voor bezinning. Maar vervolgens zegt hij dat hij dat met de interviewvorm heeft opgelost. Ik zou zeggen: daarmee beweert hij dat hij de vragen stelt die ik belangrijk vind.

Of ik in het navolgende inderdaad aan mijn trekken kom, ofwel de vragen die ik belangrijk vind inderdaad ook gesteld worden - en U vervolgens aan Uw trekken kan laten komen! – moet nog maar blijken.